Thailand 3
30 mrt 2011
Bangkok - Een ronde langs allerlei Nationale Parken in het westen van Thailand. Lekker slapen in de tent en na de hitte nu opeens koude. Thailand in de greep van een koude golf. Gelukkig kan ik mijn verkoudheid koesteren in een luxe resort voordat ik de laatste koude(!) etappes naar Bangkok maak.
Het is echt geweldig: mijn route loopt van het ene park naar het andere. Nauwelijks verkeer en eindelijk ook weer eens klimmen. Bij het eerste park (Phu Toei) slaap ik bij een rangerstation. Een mooi grasveldje en ik kan in de keuken (gasbrander en een tafel) mijn eten maken. Ik ben op die ene ranger na, alleen. 's Avonds gaat de generator aan en dat is wel even makkelijk voor het koken en mijn tent inrichten. Als de generator uit is, hoor je alleen nog maar bosgeluiden. Slapen is niet geweldig want hier geen deken te krijgen dus een flink stuk liggen te bibberen. Het weer is omgeslagen. Zelfs een stuk in de regen gefietst.
Het volgende park (Chaloem Rattanakosin) heeft geen grasveld. Mijn tent staat eenzaam onder hoge bomen. Door het bladerdak iets beter beschermd tegen de kou. De weg van Phu Toei naar hier liep onder andere langs de crashsite van een vliegtuig van Lauda Air. Krijg van een andere ranger nog de vraag of ik geen Thaise lady wil, terwijl ik hem toch al verteld had dat ik in Nederland een vriendin heb. Dit om dit soort vragen te vermijden. Blijkbaar zitten er in het park naast 20 verschillende grote zoogdieren ook een kudde Thaise ladies.
Om weer in een ander park te slapen (Mau Khamin) moet ik twee pasjes over. Het is weer warm geworden en zeker de tweede is flink zweten. Na de afdaling eet ik een noodlesoep en krijg van een schoolmeisje een koud flesje cola. Om bij het park te komen moet ik met een pont over een stuwmeer. Als ik bij de pont aankom is er niemand dus ik ga maar lekker slapen. Er liggen speciale kussen klaar. Als ik wakker word liggen er meer te slapen. Nog even verkassen naar een andere pont en dan over naar de overkant. Je zou denken dat er weer geen kip is, zeker omdat het lastig te bereiken is. Niets is minder waar: er is een groot restaurant en de bungalows zitten vol. Het weekend is duidelijk begonnen (het is vrijdag).
Het volgende park ligt niet zo ver weg. 45 km over een volgens velen een zeer slechte weg. Ik kan de slechte weg niet vinden. Ach ja, er is wat gravel en er zijn wat kuilen in de weg, maar het enige lastige is dat het continu op en af gaat. Ik ga door een uitgestrekt bamboobos waar de krekels soms oorverdovend zijn. Het Errawan NP is heel toeristisch en de organisatie erg bureaucratisch. Ik moet een formulier invullen en mijn paspoort achter laten om een deken te bemachtigen. Ik wil nu eens warm slapen. Dit park en het vorige park staan bekend om hun watervallen. Ik heb bij mezelf al gemerkt dat watervallen mij niet echt kunnen boeien. Geniet wel weer van de bossen en de vogels.
Het weer is weer van heet naar koud gegaan en met een snotterende neus en een rauwe keel fiets ik naar Kanchanaburi. Daar is mijn plan om een dag te rusten en dan kan ik meteen bijkomen van mijn verkoudheid. 15 km voor mijn eindbestemming in Lat Ya, probeer ik eten te bestellen en door een Thai in het Nederlands aangesproken. We eten samen en hij nodigt me uit om in zijn Resort te slapen. Ach, waarom niet.... Ik krijg een eigen luxe bungalow. 's Avonds eet en drink ik samen met Djo en de ouders van Evelien, zijn vrouw. Djo en Evelien zijn hier vijf jaar geleden heen geemigreerd en in een jaar hebben ze een machtig prachtig resort op gebouwd. De volgende dag regent de hele dag en ik blijf nog een nachtje. Tjeemig wat ben ik een bofkont.
Het weer is ondertussen voor Thaise begrippen siberisch koud. Ik fiets richting Bangkok in mijn wollen thermogoed. In Nakhon Pathon loop ik over de foodmarket en zie iedereen ineengedoken zitten bibberen. De Stupa is hier even hoog als de Dom van Utrecht. Het schijnt de grootste van de wereld te zijn. Ik geloof het wel.
Het is nog maar iets van zestig kilometer naar Bangkok. Het lukt me zelfs om nog een rustige weg te vinden. Al snel zit ik echter op het secundaire deel van een snelweg met daarboven ook nog de verhoogde expressway. Het rijdt nog steeds lekker door totdat ik in het centrum kom. Ik ga nu kriskras over de rijbanen om te profiteren dat ik fietser ben. Ik heb bedacht dat ik in Chinatown wil slapen en ik dwaal daar een tijd rond totdat ik een mooie plek heb gevonden. De middag besteed ik nu dwalend op de voet door smalle straatjes. Ik doe weer veel eetervaring op.
Ik blijf hier nog een paar dagen. Nu zing ik luid op in mezelf Murray Head (zie onder). Aziza was me al voor op Facebook, maar het zat en en blijft in mijn kop zitten.
oh ja, Ik ga straks wel vliegen en zo, maar ik kom nog niet meteen naar Nederland. Ik verwacht daar eind mei aan te komen. Dat kan natuurlijk altijd weer veranderen.