Laos 3
11 dec 2010
Vientiane - Ik dans met alle vrouwen van Nam Min. Het dansen kijk ik af van de mannen om me heen. Het is een kwestie van er bij staan als een zoutzak, wat schuifelen met de voeten, om de zoveel passen, twee passen naar links en met je handen bewegingen maken alsof je zand schept.
De laatste avond in bibliotheek is er 1 van afscheid nemen. Gek dat je aan sommigen alweer gehecht raakt. Zoals bijvoorbeeld aan Vengchith; een jonge vrouw van 19 jaar die doctor wil worden om haar familie te helepen die allemaal nog moeten boeren om rond te komen. Ik heb met haar een songtekst van West Life doorgenomen. Een vreselijk kwijllied, maar goed: mijn muzieksmaak is ook niet al te best.
Na de eerste pas, ik zit nu in het zware berg deel van de weg naar Vientiane, kom ik in Nam Min aan. Ik passeer het dorpje en kom aan bij een soort van restaurant waar ze een feest hebben. Op gepaste afstand eet ik mijn bananen op. Er staat immers weer een zware klim te wachten en stiekem hoop ik er ook op om uitgenodigd te worden. Een meisje komt naar me toe en ik word er inderdaad bijgevraaagd. Zo kom ik er achter dat dit feest ter ere is van twee jonggeborenen. Ik eet een paar hapjes van wat ik voorgeschoteld krijg en drink een paar voorzichtige slokken bier. Ik moet immers nog die pas op. Verschillende keren proberen ze me op de dansvloer te krijgen. Het lukt me om het beleefd af te wimpelen. Dan word ik door de man met microfoon uitgenodigd en staat er een vrouw voor me klaar. Nu kan ik er niet meer omheen. Twee uur later sta ik nog steeds te dansen. De vrouwen doen een goede poging mij dronken te voeren. Ze zijn zelf ook al behoorlijk teut. Af en toe zie ik een bus vol met toeristen voorbij rijden. joh, wat missen zij weer veel!
Aan de eind van de middag verschijnen er 5 monniken en zit ik op mijn knieen naar hun chanten te luisteren. Het hele feestterrein is omspannen met een wit draad die ook door de handen van de 5 lopen. Er is in Laos een mix ontstaan tussen het animisme en boedhisme. Er zullen wel geesten verdreven worden of zoiets. Als de sessie voorbij is, krijg ik een slaapmat en dekbed. Ik slaap samen met wat oudere vrouwen onder een groot afdak. Nog enigszins beneveld slaap ik gauw in om een uur later alweer wakker te worden met een kater. De vrouwen zijn groenten gaan snijden en bier gaan drinken. Dit gaat gepaard met een zang die op zijn zachts gezegd niet melodieus en zuiver is. Dit gaat een paar uur door. Het is niet alleen de Lariam die mijn nachten verstoord! Aan de andere kant ik geniet ook wel weer van de rare situatie waar ik in terecht ben gekomen.
De volgende dag is loodzwaar. De bergen zijn pittig maar onvergelijkbaar met wat ik in Sishuan heb gereden. Mijn benen hebben nog duidelijk te kampen me wat afvalstoffen van mijn alcohol gebruik. Zoveel had ik toch niet gedronken? Ik ben blij als ik tegen de avond in Ponkhoun aankom. Het was trouwens wel een schitterende etappe. Ik fiets door een karstgebergte. En vanaf de laatste pas heb ik voornamelijk over een lange kam gefietst. Dat ging wel stevig op en neer.
De volgende dag ga ik verder over de kam. Nu in een lange afdaling. Bij een wegrestaurant kom ik een fietsgekke Thai tegen. Hij wil volgend jaar naar Frankrijk gaan om de Tour de France te zien. Ik krijg van hem zijn adres in Thailand met een uitnodiging. Volgens mij ligt het op mijn route dus daar kan ik nog wel eens gebruik van maken. Na 50 km ga ik van de grote weg af. Ik ga weer onverhard. En het is weer genieten van het eerste moment. Ik fiets nu door een dal met van die rare kalkstenen bergen om me heen. Onverhard heeft een enorme charme. Het lijkt alsof de weg meer onderdeel is van de omgeving en dat je daardoor zelf ook meer onderdeel ben van die omgeving. De weg is wel rood stoffig.
Tegen 4 uur begin ik met het zoeken van een slaapplek. Ze weten met te vertellen dat er een guesthouse is op 40 km. Als ik ze uitleg dat ik dat nooit haal voor 6 uur, begrijpen ze me niet. Als ze je niet begrijpen beginnen ze te lachen. Niet grinniken maar gewoon hard lachen. Het went maar toch moet ik mezelf voor houden dat ik het probleem ben en niet zij. Ik spreek immers geen Lao waardoor ze me niet begrijpen. Twee dorpen verder is er eindleijk iemand die mijn handgebaren weet te vertalen in Lao. Met een enorme toeter van een joint in zijn mond brengt hij me naar het dorpshoofd. Ik kan daar blijven slapen en ik krijg ook te eten. Ze maken zelfs speciaal eten voor me klaar! Het lijkt me een aardig disfunctioneel gezin want ik kan ze er niet op betrappen dat ze met elkaar praten. 's Ochtends zie ik toch een lach op het gezicht van de vrouw des huizes. In de avond had ik bedacht dat ik een voorstel ga schrijven voor de UN, bestaande uit twee delen: Een verbod op het bespelen van afrikaanse trommels buiten afrika en een verbod op de produktie en uitzending van slechte soaps. Ik lag in de woonkamer en heb tot diep in de avond kunnen genieten van twee hele slechte Thaise soaps. Het verbod op die trommels komt nog uit Loang Prabang waar je de hele avond dat geklop op die dingen moet aanhoren.
De weg blijft nog een honderddertig kilometer rood en erg stoffig. De natuur is prachtig en er zjn stukjes dat de weg zich even door stukken oerwoud baant. Ergens zitten er hier nog tijgers, maar dat zal wel niet in dit deel zijn want er zijn ook veel rijstvelden en dorpjes. In elk dorpje kun je frisdrank kopen en in eentje eet ik noodlesoup. Ik slaap nog bijeen erg leuke familie. Ook nu had ik weer drie dorpen nodig voordat ik uitgelegd had dat ik die Guesthouse verderop niet zou halen. Maar goed, heerlijk eten en even goed wassen en slapen onder een muskietennet. Wat wil je nog meer? Ik betaal het bier wat ze speciaal voor mij hebben gehaald.
De volgende dag kom ik in Pakmii aan bij de Mekong. Het laatste stuk daarnaar toe was asfalt maar de weg langs de Mekong is onverhard. Nu is onverhard niet meer leuk, veel auto's (nog steeds is het heel rustig), heel veel stof en een kapotgereden toplaag. Mijn tanden klapperen mijn mond uit. Een bijkomend effect is dat je ook stopt met nadenken. Zou dit ook een vorm van meditatie zijn. Bij een guesthouse in Ban Vang eet ik wat en vraag waar er een volgend Guesthouse is. Die ligt op 50 km. Ik ga door en gelukkig heb ik een stuk asfalt. Dat houdt na 45 km weer op en de onverharde weg is nog slechter dan daarvoor. Nu ook echt veel meer verkeer. Na veel vragen kom ik in het donker aan bij een Guesthouse. Deze zit vol. Ik ben even moedeloos, maar 300 meter verder zit er nog 1. Ik douche al het stof van me af en ga eten bij een restaurantje. Hier moet ik weer eens uitleggen dat ik wil eten. Ik bedenk zelf een gerecht door de ingredienten aan te wijzen.
Op de zesde fietsdag kom ik in Vientiane aan. Dit is de hoofdstad maar eigenlijk niet geweldig bijzonder. De omschrijving "provinciestadje" is hier echt op zijn plaats. Het laatste stuk was nog erger dan gisteren en ik was blij dat ik weer op asfalt kwam. Mijn maag ligt weer eens in een knoop en bovendien is mijn achterwerk behoorlijk rauw. Fietsen kan toch zo fijn zijn. Voor de rest voel ik me trouwens prima. Ik fiets een reeks guesthouses af om een goedkope kamer te vinden. Ik eindig in de Samsenthai GH. Niet echt bijzonder. Wel vlakbij de Mekong. Ik douche bijna een uur (naar mijn gevoel) om alle het rode stof van me af te krijgen. Als ik me afdroog met de witte handdoek, is deze al snel ook rood.
Als ik mijn email-check, zie ik dat Ellen ook nog in Vientiane is. Ik zoek haar op in haar guesthouse. We praten bij en eten in een texmex restaurant op de eerste verdiepeing. Als we naar buiten gaan, is het redelijk duidelijk dat dit een oppikplek voor prostituees is. Allemaal blanke mannen met jonge Lao vrouwen en ook nog een dragqueen. Mijn guesthouse zit hiernaast. Ja, ik heb een goed gevoel voor het vinden van de juiste locaties.
Gisteren en vandaag slenter ik wat door het stadje. Morgen ga ik weer verder. De Friendshipbridge over naar Non Khai (Thailand). Ik moet het land uit vanwege een verstreken visum. Ik ga langs de Thaise oever van de Mekong verder naar het zuiden om daarna weer Laos in te steken. Dan kan ik ook weer een nieuw visum krijgen. Plan is om dan de feestdagen in zuid Laos te vieren en dan door te fietsen naar Vietnam.
Iedereen is van harte uitgenodigd om mijn 44ste verjaardag te vieren. Ik zal wel nog laten weten waar ik dan ben.